En altijd is er dan die ene vraag..
Regelmatig kom ik nieuwe mensen tegen, nieuwe mensen die vragen naar wat ik doe. Vervolgens de vraag hoeveel ik werk. Soms kies ik ervoor 4 dagen in de week te zeggen, dit is tenslotte ook zo. Meestal komt dan op de een of andere manier ook ter sprake dat ik 50 tot 60 % afgekeurd ben. Natuurlijk willen mensen dan ook weten waarom. Dan vertel ik een klein deel van mijn borstkankerverhaal waar logisch allerlei vragen over komen. ‘Jeetje, maar je bent toch nog heel jong?’ ‘Heb je ook chemo gehad?’ ‘Je zult wel een zware periode hebben gehad?’ ‘Zit het in de familie?’ ‘Wist je dat niet van te voren’? En daarna komt dan altijd (serieus!) de volgende vraag hakkelend naar voren: ‘Hoe zit dat dan met ehh..? ‘Heb je kinderen…? Ehh ik bedoel je zult wel een kinderwens…? Door de chemo gaat toch je ehh..?’ Heel soms als ik ik een vervelende bui ben of als ik het daar niet met diegene over wil hebben laat ik de ander wat hakkelen en stoten over de vraag die hij/zij nou eigenlijk wil stellen. Als de vraag er dan uit komt ‘Hoe zit het met het krijgen van kinderen, want dat zul je wel niet meer kunnen?’ Antwoord ik, ‘nee, dat klopt.’
Veel vaker, bijna altijd, ben ik open en eerlijk. Het klopt dat ik geen kinderen meer kan krjgen van mezelf. Door de chemo zijn al mijn eicellen vernietigd, ja het is vreselijk spul, die chemo. Dat aan de ene kant je leven redt maar aan de andere kant je leven om zeep helpt. En naast de borstkanker had ik ook nog eens een heel grote kans, geschreven staat 80% maar de artsen zeggen 100%, op eierstokkanker. The silent ladykiller. Dus ik had geen andere keus dan deze zo snel mogelijk te verwijderen. Degene die me de vraag stelde is nu vaak nog meelevender en vraagt door ‘maar hoe moet het dan verder?’ Gelukkig kan ik dan het goede nieuws vertellen. Dat we een ontzettend lieve donor hebben die keihard voor ons heeft geknokt om ons gelukkig te laten worden met een gezinnetje. De meeste monden vallen dan open, niet van verbazing maar van bewondering.
Waarom ik dit schrijf? Om verschillende redenen. Als ik familie, vrienden of collega’s vertel dat ik regelmatig ‘uit het niets’ gevraagd word naar m’n kinderwens als het alleen maar gaat over de borstkanker, kunnen ze mij vaak moeilijk geloven. En al helemaal als dit gebeurt bij onbekenden. Een paar dagen geleden gebeurde het echter weer en besloot ik deze blog te schrijven. Niet omdat ik het onprettig vind dat mensen er naar vragen. Vaak kan ik het juist waarderen, de eerlijkheid van mensen over de vragen die bij hen opkomen als borstkanker bij een jonge meid ter sprake komt. Het is ook een reminder voor mezelf, vaak vinden mensen het prettiger op de man af eerlijke vragen te krijgen dan speculaties. Want eerlijk is eerlijk, dezelfde mensen hadden ook kunnen gaan speculeren en het vervolgens thuis met man/vrouw/vrienden kunnen bespreken zonder de waarheid te weten. Maar boven alles ben ik graag eerlijk over mijn verhaal en hoop ik dat er ooit iemand zal zijn die door ons verhaal geïnspireerd wordt en er ook voor gaat kiezen om donor te worden. Eiceldonor of bloeddonor (de mensen waar ik afhankelijk van ben geweest), maar dit gaat ook over andere donoren. Iemand anders gelukkig maken, beter maken, laten overleven.